Gemeente kiest nieuwe welzijnsorganisatie
De gemeente is op zoek naar een nieuwe welzijnsorganisatie. De afgelopen jaren was dat DOCK. DOCK beheert voor de gemeente tientallen buurtcentra en speeltuinen. De gemeente noemt dat locaties in medebeheer. De leden van Dwarsverband zijn locaties in zelfbeheer. Daarnaast had DOCK de opdracht om het welzijnswerk te ondersteunen. Nu de contractperiode afloopt, moet dat werk opnieuw worden aanbesteed. Welke organisatie gaat dit de komende jaren doen? Voor de leden van Dwarsverband is de uitkomst van deze aanbesteding van groot belang. Want de wijze waarop het welzijnswerk wordt uitgevoerd kan rechtstreeks van invloed zijn op het functioneren van onze leden. Zo ondersteunt DOCK momenteel al enkele leden van Dwarsverband direct financieel en met menskracht. We vinden dat die steun ook in de toekomst voor onze leden beschikbaar moet blijven.
Door: Hans Elsendoorn
Participatie bevorderen
In de nieuwe opdracht maakt de gemeente een onderscheid tussen het beheer van de buurthuizen en speeltuinen en het bevorderen van het welzijn in buurten en wijken. Dat laatste gebeurt door sociaal makelaars. Die moeten zich, volgens de gemeente, richten op het verbinden van bewoners en het stimuleren van sociale netwerken binnen de wijk. De sociaal makelaar faciliteert bewonersinitiatieven, zoals onze leden, bevordert participatie en werkt aan het versterken van de gemeenschap.
Sociaal Beheerders hebben tot taak buurtcentra in medebeheer praktisch te beheren. Zij zijn verantwoordelijk voor het coördineren van de dagelijkse gang van zaken, het ondersteunen van gebruikers en het onderhouden van het pand.
Beter onderscheid
Tot nu toe is er, volgens ons, in de praktijk te weinig onderscheid gemaakt tussen het sociaal makelen en het sociaal beheer. Te veel kwam het accent te liggen op het beheer en te weinig op het ontwikkelen van het welzijn in buurten en wijken.
We hebben in de aanloop naar de nieuwe aanbesteding gehamerd op een sterker onderscheid tussen die twee opdrachten. In de nieuwe uitvraag van de gemeente komt dat onderscheid nu ook sterker tevoorschijn. Of dat in de praktijk ook daadwerkelijk gaat gebeuren staat nog niet vast.
De gemeente erkent het belang van zowel zelfbeheer als medebeheer in het versterken van de sociale infrastructuur. In de uitvraag benadrukt de gemeente, dat beide vormen van beheer cruciaal zijn voor levendige en toegankelijke buurtcentra. De gemeente streeft naar een model waarin professionele ondersteuning en bewonersinitiatieven elkaar aanvullen, met als doel een inclusieve en veerkrachtige gemeenschap te bevorderen.
Nauwere samenwerking
Dit betekent dat er ruimte is voor bewoners om verantwoordelijkheid te nemen in zelfbeheer, terwijl medebeheer zorgt voor continuïteit en professionele ondersteuning waar nodig. Een nauwe samenwerking tussen beide vormen ziet de gemeente als essentieel om de sociale cohesie in wijken te versterken.
Dwarsverband heeft meegedacht tijdens verschillende inspraakmomenten. Over hoe de uitvraag zo ingericht kan worden dat deze aansluit op wat er leeft en speelt in de stad. Hoe de nieuwe organisatie gelijkwaardiger samen kan werken met bewoners en bewonersinitiatieven. En dus ook met onze leden.
Mee beoordelen
Of dat ook lukt met de nieuwe organisatie is de vraag. Daarom nemen twee leden van Dwarsverband zitting in het beoordelingsteam. Half april moet ze hun conclusies aan de gemeente doorgeven. Tot welke uitkomst dat leidt, laten we jullie natuurlijk zo snel mogelijk weten.
Intussen zijn we niet stil blijven zitten. Eerder al zijn we in gesprek gegaan met DOCK over de bredere inzet van sociaal makelaars. Daarnaast zien we ruime mogelijkheden voor samenwerking, ook met de nieuwe organisatie, in het praktische beheer van locaties.
In de Nota van uitgangspunten ‘Met elkaar en voor elkaar’ formuleert de gemeente vijf kernuitgangspunten voor de sociale basis en basiszorg. Deze uitgangspunten zijn ook essentieel voor initiatieven in zelfbeheer, zoals buurthuizen en speeltuinen.
Gemeenschap centraal
De focus ligt op het versterken van gemeenschappen door bewoners actief te betrekken en te ondersteunen in hun initiatieven. Zelfbeheerde locaties spelen hierbij een cruciale rol als ontmoetingsplekken en centra voor buurtactiviteiten.
Uitgangspunten
1. Samenwerken in de wijk: Er wordt gestreefd naar nauwe samenwerking tussen verschillende organisaties en bewonersinitiatieven binnen de wijk. Zelfbeheerde voorzieningen worden aangemoedigd om partnerschappen aan te gaan met anderen lokale actoren om zo de sociale cohesie te versterken.
2. Groepsgericht tenzij én met inzet van blended care: De voorkeur gaat uit naar groepsgerichte activiteiten, ondersteund door een combinatie van fysieke en digitale middelen. Zelfbeheerde locaties kunnen hierdoor diverse activiteiten aanbieden die aansluiten bij de behoeften van de gemeenschap.
3. Ongelijk investeren voor gelijke kansen: Er wordt geïnvesteerd op basis van de specifieke behoeften van verschillende wijken en groepen. Zelfbeheerde initiatieven in kwetsbare gebieden kunnen hierdoor mogelijk op extra ondersteuning rekenen om gelijke kansen te bevorderen.
4. Sturen vanuit heldere kaders: De gemeente biedt duidelijke richtlijnen en ondersteuning voor initiatieven, met ruimte voor maatwerk. Voor zelfbeheerde organisaties betekent dit dat zij binnen deze kaders kunnen opereren met de nodige flexibiliteit om in te spelen op lokale behoeften..
