Deze 13 tips maken omgaan met lastig gedrag makkelijker

Samen met DOCK organiseerden we de bijeenkomst: ‘Gastvrij ontvangen en omgaan met lastige situaties’ Een nuttige bijeenkomst waarin we samen met een trainingsacteur aan de slag gingen om onze vaardigheden aan te scherpen. De beste tips van de avond hebben we voor je op een rijtje gezet. 

Bedenk je altijd dat Iemand die lastig gedrag vertoont zelf verantwoordelijk is voor dat gedrag. Als vrijwilliger, beheerder of bestuurder kun je lastig gedrag wel verder versterken of juist helpen kalmeren. Hoe kun je buiten het gevecht blijven?

Een aantal tips:  

1. Op basis van een relatie die goed is kun je makkelijker een boodschap overdragen en iemand aanspreken. Investeer dus juist in de relatie met personen wiens gedrag je lastig vindt.

2. Blijf oprecht geïnteresseerd in de ander en diens wereld. Iemand die zich gehoord en gezien voelt kalmeert.

3. Groet iemand, noem iemand bij naam, op die manier erken en respecteer je iemand.

4. In een groep, waar dat kan, spreek de groep aan, zet iemand niet te veel in de spotlight met het lastige gedrag.

5. Iemand confronterend aankijken en met een vinger toespreken werkt vaak minder goed dan dat je naast iemand gaat staan en iets bespreekt. Bijvoorbeeld terwijl je een wandeling maakt, koffiedrinkt, autorijdt, afwast of kookt.

6. Als je iemand corrigeert en bijvoorbeeld vraagt om een chips zak op de grond op te ruimen, dan helpt het om iemand niet te indringend aan te kijken (alsof je wacht tot iemand onder jouw toeziend oog de opdracht uitvoert). Als je terloops de vraag stelt zonder (te lang) aan te kijken, hoeft iemand geen gezichtsverlies te lijden.

7. Het helpt om zonder te beschuldigen een lastige vraag of situatie voor te leggen en bijvoorbeeld te vragen om het te helpen oplossen.

8. Je kunt iemand het gevoel geven dat er op je gelet worden zonder ze persoonlijk aan te spreken. Bijvoorbeeld iemand waarvan je weet of verdekt dat hij steelt, zeggen: “let op je spullen want er wordt hier gejat”.  Of “ik ben mijn telefoon kwijt, mocht jij hem ergens zien dat hoor ik het heel graag.”

9. Niet iemand commanderen “he jongens” of “he Jeroen” en dan direct door naar de boodschap die je wilt overbrengen. De kunst is om na je begroeting, even de ruimte te laten waarin iemand kan reageren. Als gelijke.

10. Wees heel voorzichtig met aanraken. Voor veel mensen is aanraking eng en kwetsbaar.

11. Laat iemand als mens heel. Laat iemand geen gezichtsverlies te leiden. Niet direct beschuldigen, veroordelen of ter verantwoording roepen.

12. Iemand die zich onveilig voelt wil niet zich kwetsbaar laten zien. Dus zal hij of zij niet in een confrontatie sorry zeggen of laten zien dat hij of zij fout zit. Het helpt om dat niet te verwachten en te focussen op in de toekomst ander gedrag te bereiken.

13. Er zijn vaak woorden en zinnen die voor iemand als een rode vlag kunnen werken. Bijvoorbeeld verkleinwoorden, dat ‘petje’ dat af moet. Of termen als “rotzooi’ , ’tering herrie’ kunnen aanvoelen als of ze niet over de chips zak op de grond of de te harde muziek gaan, maar dat je zo over de persoon zelf zegt. Ook zinnen als “je snapt toch wel dat..” kunnen een rode vlag zijn. Je suggereert ermee dat iemand in dit geval niet slim is.